Een fijne plissé rok: een tutorial!

Een fijne plissé rok: een tutorial!

Plissérokken draag je niet alleen in de zomer, ook in de winter maken ze een top-outfit. Combineer met een (oversized) sweater en laarsjes, of maak er een kleedje van met bijpassende of effen stof. En het beste nieuws, het is echt een super easy en snel klaar projectje! Maar het vergt enkele tips die we graag met jullie willen delen! 

Het patroon van het plissérokje zijn simpelweg twee rechthoeken die je op elkaar stikt. Niets patronen uittekenen dus! 

Om de omtrek te weten, meet je je heupomtrek. Een fijne plissérok mag wat vloeiender zijn, dus neem wat extra vloeite aan de heupen, ca. 30 à 40% extra (of hoeveel je zelf wil uiteraard). Voor een heupomtrek van ongeveer 104cm is dat dan ongeveer 140cm geplisseerde stof, naadwaarde mag je hierin begrepen zien.

Voor een halflange rok van ca. 70cm lengte heb je dan maar de helft stof nodig, want je knipt de stof open ter hoogte van de stofvouw.

Als je de stof in het midden hebt open geknipt, krijg je nu twee rechthoeken.
Snij de stof op maat volgens de breedte die je eerder bepaald hebt (o.b.v. je heupomtrek + vloeite).

Meet hoelang je de rok wil en knip op maat (knip ter hoogte van waar je de stof middendoor hebt geknipt).  Hou rekening met 1,5 cm naad bovenaan waarop je de stretchbare tailleband zal stikken. Je hoeft geen zoom in te rekenen, de zoom werk je op het einde af met de overlock. 

Leg de zijnaden van de plissé mooi op elkaar zodat de fijne plooitjes in elkaar vallen. Om een mooie, rechte zijnaad te hebben, drieg je best de naad vast. Stik vervolgens mooi recht op het 'bergje' of in het 'gootje' van de plooi. 

Nadien werk je de zijnaden samen af met een overlocksteek of met de zigzagsteek van je naaimachine. Werk ook de bovenkant af met de overlock of zigzagsteek. Zorg dat je de differentieel van je naaimachine niet te laag staat, bij mij werkt 1,5 het beste (Bernina overlock). 

    Nu moet je gaan fronsen. Hiervoor stik je eerst op 0,5cm van de bovenkant met de grootste steek op je machine. Daarna stik je nog eens op 1,5cm van de rand. Niet hechten! Laat langs beide kanten een stukje draad hangen waar je straks aan kan trekken. Doe dit op voor- en achterpand afzonderlijk, dat vergemakkelijkt het fronsen. De fronsdraden kan je ook met de hand naaien als je wenst, volgens zelfde principe.

      Meet je taille-omtrek en vermenigvuldig die met 0,8. Dit wordt de omtrek van de tailleband. Neem hierbij nog tweemaal anderhalve centimeter naadwaarde. Knip de tailleband op maat. Wil je liever een lossere of juist strakkere tailleband, meet dan af naar eigen gevoel. 
        Leg de twee zijkanten van de tailleband op elkaar en stik vast op 1,5 cm naadwaarde.

          Plooi beide naden om en stik deze vast op de tailleband op 1,2 cm van de naad van de tailleband. Overlock eventueel eerst de zijnaden tegen het rafelen. 

          De plissé moet nu aangepast worden aan de omtrek van je tailleband. Hiervoor ga je zowel voor- als achterpand fronsen tot dezelfde omtrek als de tailleband door aan de loshangende fronsdraden te trekken. Als je de juiste omtrek bekomen hebt, leg je knoopjes in al je draden.

          Speld de tailleband op de plissérok, door eerst vier merkpunten aan te duiden op de rok: twee zijnaden, het midden van het voorpand en het midden van het achterpand. Duid ook op de tailleband vier punten aan (bv. met speldjes) door deze in vier te verdelen. Leg de merkpunten op elkaar.

          Stik de tailleband op plissérok met een zigzag- of stretchsteek op ca. 1 cm van de bovenrand van je stof.

          Verwijder na het stikken de fronsdraden.

          De nieuwe plisséstoffen hebben een witte rand aan de zelfkant dus moeten afgewerkt worden, idealiter met de overlockmachine. Na wat testen, werkte dit voor ons best met drie draden (linkernaald weglaten), draadspanningen op 4, steeklengte 2,5, differentieel 1,5 en mespositie 3 (met een Bernina lockmachine). 

             

          HAPPY SEWING!!   

           

          Terug naar blog